Inhoud caddie

De Natuurschoonwet

De Natuurschoonwet 1928 heeft van oudsher als doel de instandhouding van in Nederland gelegen landgoederen te bevorderen. Ook golfbanen komen soms in aanmerking om een NSW-landgoed te worden. Dan mag je gebruikmaken van fiscale voordelen om het landgoed makkelijker in stand te houden.

Ben je eigenaar, vruchtgebruiker of erfpachter van een landgoed, dan kun je je landgoed laten rangschikken onder de Natuurschoonwet 1928. Dat betekent dat je landgoed ook voor de Belastingdienst als zodanig gaat gelden met een aantal fiscale gevolgen, onder andere voor de vennootschapsbelasting, inkomstenbelasting, overdrachtsbelasting, schenk- en erfbelasting en lokale heffingen. Je bent dan wel verplicht je landgoed in stand te houden en onder bepaalde omstandigheden in bezit te houden. Extra fiscale tegemoetkomingen worden verleend als je je landgoed openstelt voor het publiek.

Bij de gedachte aan een natuurschoonlandgoed (NSW-landgoed) verschijnt meestal het beeld van een bosrijk gebied met een kasteel of landhuis. Maar ook golfbanen komen in sommige gevallen in aanmerking NSW-landgoed te worden. De voorwaarden voor een 'NSW-rangschikking' zijn te vinden op rvo.nl (de website van de Rijksdienst voor ondernemend Nederland) en de brochure 'Landgoed als natuurschoon' die daar te vinden is. De voorwaarden betreffen zaken als:

  • de grootte van het gebied;
  • de houtopstanden die er staan of de aanwezigheid van natuurterreinen;
  • de oppervlakte en de omzoming van landbouwterreinen;
  • de opstallen en het gebruik van het landgoed.

Wijzigingen Natuurschoonwet

Golfbanen die een NSW-rangschikking hebben, of van plan zijn om een rangschikking aan te vragen, moeten weten dat de Natuurschoonwet op 1 januari 2021 gewijzigd is. De wijzigingen worden samengevat in een informatieblad van de RvO. In dit blad staat onder de kop 'Wijziging met betrekking tot NSW-rangschikking van golfbanen' het volgende:

Oude situatie: Ligt er op uw landgoed één of meer golfbanen? Dan moet het gehele NSW-landgoed (met de golfbanen inbegrepen) minimaal 30 procent bestaan uit houtopstanden (bos) of natuurterreinen.
Nieuwe situatie: Ligt er op uw landgoed één of meer golfbanen? Dan moet de oppervlakte van iedere golfbaan voor minimaal 50 procent bestaan uit houtopstanden (bos) of natuurterreinen. Het overige deel van het landgoed, indien van toepassing, bestaat voor minimaal 30 procent uit houtopstanden (bos) of natuurterreinen.
U mag voor de toepassing (bepaling) van dit minimale percentage aan houtopstanden en natuurterreinen niet alle natuurterreinen meetellen. Hier mag u alleen die natuurterreinen meetellen als deze zelfstandig, of met direct hieraan grenzende houtopstanden, een aaneengesloten oppervlakte hebben van minimaal een halve hectare.

De belangrijkste wijzigingen voor golfbanen worden hieronder toegelicht. Wat betreft de gevolgen voor je eigen NSW-rangschikking kun je het beste contact opnemen met je adviseur/rentmeester. 

Toelichting op de wijzigingen

  • De belangrijkste wijziging is dat golfbanen minimaal uit 50 procent bos of natuur moeten bestaan. In de oude regeling is dat 30 procent bos of natuur. Daarbovenop moeten natuureenheden (dus bos uitgezonderd), zowel op golfbanen als andere landgoederen, minimaal 0,5 hectare groot zijn. Het voortijdig rangschikken van natuur op basis van een inrichtingsplan is niet meer mogelijk, dit speelt vooral bij de rangschikking van nieuwe NSW-landgoederen een rol.
  • De definitie wat behoort tot de golfbaan en wat tot natuur en bos is verder verduidelijkt. Wat gerekend wordt tot de oppervlakte van een golfbaan zijn in ieder geval de holes, de roughs en daarbij eventueel de rangschikbare functionele opstallen en parkeerterreinen. Hier zit nog interpretatieruimte. Wat exact de grenzen van de golfbaan zijn - met andere woorden, waar gaat de golfbaan over in de omliggende natuurterreinen en houtopstanden van de rest van het landgoed? - zal wellicht niet altijd duidelijk zijn. Dit zal in redelijkheid en in samenspraak tussen de eigenaar en de uitvoerende instanties (RVO en BD) bepaald moeten worden.
  • Voor natuurtypes wordt nu aansluiting gezocht bij de Index Natuur en Landschap. Daardoor ontstaan er meer mogelijkheden voor verschillende natuurtypes. Dit kan kansen bieden om binnen de bestaande golfbaan extra gebieden aan te merken als natuur.

Overgangstermijn

Indien gerangschikt onroerend goed aan de op 31 december 2020 geldende voorwaarden voldoet om als landgoed te worden aangemerkt maar niet aan de per 1 januari 2021 in het Rangschikkingsbesluit NSW 1928 opgenomen voorwaarden, is specifiek overgangsrecht van toepassing. Voor deze onroerende zaken blijven nog maximaal tien jaar de huidige voorwaarden gelden. Na deze tien jaar vervalt de NSW rangschikking,

Op 15 september 2020 is het Belastingplan 2021 gepresenteerd met zoals verwacht ook overgangsrecht voor die situaties wanneer na de overgangstermijn van tien jaar een landgoed niet meer gerangschikt kan blijven door de gewijzigde regelgeving. In die gevallen is ook hiervoor overgangsrecht opgesteld. Met behulp van dit overgangsrecht zijn de fiscale gevolgen van het niet langer voldoen aan de instandhoudingseis voor die situaties buiten werking gesteld. Dat betekent dat ook na het vervallen van de rangschikking niet tot invordering wordt over gegaan van nog eventuele verschuldigde erf- en schenkbelasting. Bovenstaand overgangsrecht is niet van toepassing op de zogenoemde bezitseis.

Conclusie

Wij adviseren alle NSW-gerangschikte golfbanen om samen met een rentmeester of adviseur de rangschikking te controleren en te kijken of je aan de nieuwe eisen voldoet. Met je adviseur/rentmeester kun je vervolgens onderzoeken of er mogelijkheden zijn om na aanpassingen wel te voldoen aan de nieuwe regels.