Wie bepaalt de par van een hole?
De uitleg op deze pagina is bedoeld voor handicapcommissies van golfclubs. Ben je golfer? Ga dan naar golf.nl/whs voor een uitleg van het Wereld Handicap Systeem.
Volgens de richtlijnen van het WHS bepaalt de lengte van de hole wat de par van de hole is. De NGF mag de par van een hole aanpassen als de rating van de hole hiertoe aanleiding geeft. Dit zijn dee WHS-richtlijnen voor de par van de hole:
| Par | Heren | Dames |
| 3 | Max. 240 m | Max 200 m |
| 4 | 225-450 m | 180-380 m |
| 5 | 410-650 m | 340-550 m |
De par geeft de verwachte score van een scratchspeler weer. Daarom zijn ook deze zaken relevant bij het bepalen van de par van een hole.
- De moeilijkheid van de hole, met name de effectieve speellengte als gevolg van hoogteverschillen, afgedwongen lay-ups en veelvuldige aanwezigheid van wind.
- Als een hole-lengte binnen twee lengtecategorieën valt, bijvoorbeeld 430 meter (heren) of 360 meter (dames), bepaalt de moeilijkheidsgraad van de hole of het een par 4 of een par 5 hole wordt.
- De manier waarop de hole door de architect is ontworpen om te worden gespeeld.
Aanbevolen wordt om op elke hole dezelfde par voor alle teekleuren te gebruiken: als hole 8 van geel een par 4 is, dan is de hole 8 van rood bij voorkeur ook een par-4.
Een voorbeeld. De holelengtes van alle teesets van hole 7 zijn binnen de aanbevolen grens van een par 5, met uitzondering van rood. Rood zou ook een par 5 hole moeten zijn als het ontwerp zodanig is dat de meerderheid van de spelers die vanaf die tee spelen de hole ook als een par 5 zullen spelen.
Daarnaast kan gekeken worden naar de teesets die het meest worden gespeeld en naar de meest voorkomende par voor dames en heren voor alle tees van de hole. In Nederland wordt uitgegaan van de gele tee voor heren en de rode tee voor dames als basis voor het bepalen van de par van een hole.